Planten en water geven: onthoud wie de verhoging geeft

Print Friendly, PDF & Email

Planten en water geven: onthoud wie de verhoging geeftPlanten en water geven: onthoud wie de verhoging geeft

Deze boodschap heeft te maken met 1 Korintiërs 3:6-9, “Ik heb geplant, Apollos heeft bewaterd; maar God gaf de wasdom. Zo is dan ook niet hij die plant iets, noch hij die water geeft; maar God die de wasdom geeft. Welnu, hij die plant en hij die begiet, zijn één: en een ieder zal zijn eigen beloning ontvangen naar zijn eigen arbeid. Want wij zijn arbeiders samen met God: u bent Gods landbouwbedrijf, u bent Gods gebouw.” Dat is wat wij gelovigen horen te zijn.

Bovenstaande vermaning werd gegeven door Paulus, de apostel aan de broeders. Daarna ging Apollos verder met de mensen om te helpen stollen en groeien in het geloof. Het is de Heer die een ieder bevestigt als de Zijne. Wie staat of valt, is in de hand van God. Maar Paulus plantte zeker en Apollos gaf water, maar de vestiging en groei hangt af van de Heer voor groei.

Als je vandaag terugkijkt op je leven, zul je merken dat iemand het zaadje van geloof in jou heeft geplant. Meer dan waarschijnlijk was het niet op de dag dat u zich bekeerde. Onthoud dat jij de grond bent en dat het zaadje in jou is geplant. Als kind hebben je ouders misschien thuis met je over de Bijbel gepraat. Het kan zijn dat ze tijdens het ochtendgebed over Jezus Christus en redding spraken. Het kan op school zijn, in je jonge jaren dat iemand met je over Jezus Christus sprak; en over het heilsplan en de hoop op het eeuwige leven. Misschien hoorde je een prediker op de radio of televisie praten over Gods heilsplan of kreeg je een traktaat of pakte je er een die ergens was gevallen. Door al deze middelen, op de een of andere manier, drong het woord in je op. Je vergeet het misschien, maar het zaadje is in je geplant. Het kan zijn dat u op dat moment niets of slechts een beetje begreep. Maar het woord van God, dat het oorspronkelijke zaad is, heeft u bereikt; door iemand die het uitspreekt of deelt en je gaat je afvragen.

Op de een of andere manier na enkele dagen of weken of maanden of zelfs jaren; misschien heb je nog een ontmoeting met iemand of een preek of traktaat die je op je knieën brengt. Je krijgt een nieuwe verlichting die de eerste keer dat je het woord van God hoorde in je opkomt. Je verlangt nu naar meer. Het voelt gastvrij. Je bent hoopvol. Dit is het begin van het proces van begieten, het aanvaarden van het werk en het heilsplan. Je bent bewaterd. De Heer ziet Zijn zaad groeien in de goede aarde. De een plantte het zaad en een ander bewaterde het zaad in de grond. Naarmate het ontkiemingsproces voortgaat in de aanwezigheid van de Heer (zonneschijn) springt de halm eruit, dan de aar, daarna het volle koren in de aar (Marcus 4:26-29).

Nadat de een heeft geplant en de ander water heeft gegeven; het is God die de wasdom geeft. Het zaad dat je hebt geplant, kan in de grond sluimeren, maar als het zelfs meerdere keren wordt bewaterd, gaat het naar een ander stadium. Wanneer de zon de juiste temperatuur brengt en chemische reacties beginnen; net als bij het volledig besef van zonde, dan begint de hulpeloosheid van de mens. Dit is wat het mes uit de grond doet schieten. Het groeiproces wordt zichtbaar. Dit maakt je bewust van je heilsgetuigenis. Al snel komt de aar tevoorschijn en later de volle korenaar. Dit typeert geestelijke groei of toename in geloof. Het is geen zaadje meer, maar een zaailing die groeit.

De één plant het zaad en de ander geeft water, maar God geeft de wasdom. Nu is hij die plant en hij die begiet één. Je hebt misschien tot een groep mensen of tot één persoon gepredikt zonder enige zichtbare reactie te zien. Toch heb je misschien op goede grond geplant. Laat geen gelegenheid voorbijgaan om van het evangelie te getuigen; want je weet maar nooit, misschien ben je aan het planten of water geven. Hij die plant en hij die begiet, zijn één. Wees altijd vurig in het presenteren van het woord van God. Je mag planten of je mag water geven: want ze zijn allebei één. Onthoud dan dat hij die plant ook niets is, noch hij die water geeft; maar God die de wasdom geeft. Het is belangrijk om te beseffen dat hij die plant en hij die water geeft allemaal Gods landbouw zijn; u bent Gods bouwwerk en werkers samen met God. God schiep het zaad, de grond, het water en de zonneschijn en alleen Hij kan de groei geven. Ieder mens zal zijn eigen beloning ontvangen naar zijn eigen arbeid.

Maar denk aan Jesaja 42:8: “Ik ben de Heer; dat is mijn naam: en mijn eer zal ik niet aan een ander geven, noch mijn lof aan gesneden beelden. Je hebt misschien een prachtige boodschap van verlossing gepredikt. Voor sommigen heb je geplant en voor anderen heb je het zaad bewaterd dat een ander had geplant. Onthoud dat de glorie en het bewijs in Hem is die alleen de wasdom geeft. Probeer niet de eer met God te delen als u arbeidt om te planten of te begieten; omdat je nooit het zaad, de grond of het water kunt creëren. Het is alleen God (de bron van zonneschijn) die groei veroorzaakt en groei geeft. Denk eraan zeer trouw te zijn wanneer u het woord van God tot iemand spreekt. Wees vurig en toegewijd, want u kunt planten of water geven; maar God geeft de wasdom en alle eer gaat naar Hem, de Heer Jezus Christus die Zijn leven heeft afgelegd voor alle mensen. Want God had de wereld zo lief dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat een ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft (Johannes 3:16). Let op je arbeid en verwacht de beloning. Alle eer aan Hem die de wasdom geeft.

155 – Planten en water geven: onthoud wie de verhoging geeft